Knapperige, goudgele friet: onze nationale trots. Wist je dat België 4 643 frietkramen telt? Dat betekent dat je er een vindt in elk dorp en in elke stadswijk. Zestig procent van de Vlamingen eet minstens eenmaal per week friet. Vlamingen beschouwen friet niet als een bijgerecht. Dat is een van de redenen waarom we zo goed zijn in het maken ervan. We hebben niet enkel de beste aardappelen, maar ook de trots en de vaardigheden om de beste friet ter wereld te maken. Van het correcte snijden tot het afbakken: friet maken is een echte kunst, waarvoor je de tijd moet nemen.

French fries?

Hoewel ze in de hele wereld bekend zijn als ‘French fries’, is er niets Frans aan friet. De naam 'friet' komt van patates frites, Belgisch-Frans voor 'gebakken aardappelen'. De associatie met Frankrijk stamt mogelijk uit de tijd van de Eerste Wereldoorlog, toen Amerikaanse soldaten onze friet leerden kennen in de Franstalige regio van België, en daardoor dachten dat ze in Frankrijk waren. Onze heerlijke friet, Vlaams of Belgisch, zoals je wilt, wordt traditioneel gemaakt van bintjes, en je vindt ze nergens smakelijker dan bij ons.  

Zodra de goudgele frieten klaar zijn, worden deze bestrooid met een beetje zout. De populairste bestelling is een puntzak friet met mayonaise: eenvoudig en verrukkelijk.

Vlaamse klassiekers met friet (wat anders?)

Onze regionale keuken staat voor authenticiteit en kwaliteit. Er wordt veel waarde gehecht aan het gebruik van lokale, seizoensgebonden ingrediënten. Zoals je kunt verwachten, smaken vele van onze populaire en traditionele gerechten ook fantastisch met een portie friet. Breng de foodie in jezelf naar boven en geniet van alle verrukkelijke specialiteiten die Vlaanderen je kan bieden.

Frietjes Fries

Belgen beschouwen friet niet als fastfood, maar als kunst. We nemen de tijd om friet volgens de regels van de kunst te bereiden

Vol-Au-Vent

Sappige stukjes kip, gebakken paddenstoelen en kleine gehaktballetjes in een zijdezachtige roomsaus: begin alvast te watertanden! Schep deze saus in een krakend bladerdeegkuipje en je hebt één van onze meest geliefde Vlaamse klassiekers: vol-au-vent. Hoewel er in de ons omringende keukens ook van vol-au-vent wordt gesproken, is de Vlaamse bereidingswijze uniek. Enkel bij ons wordt het bladerdeegbakje exclusief gevuld met een romige gevogeltefricasee.

De geschiedenis van de vol-au-vent is gehuld in mysterie. Volgens sommige bronnen zou het gerecht genoemd zijn naar Maria Leszcynska, de vrouw van Lodewijk XIV. Zij was zo dol op gevogeltefricassee dat men in de keuken van het paleis van Versaille begon te spreken over een ‘bouchée à la reine’, oftewel een ‘koninginnehapje’ zoals onze vol-au-vent ook genoemd wordt.

Wat zeker is, is dat de fricassee eerst werd verpakt in een kruimel- of korstdeeg: deze pasteitjes waren al eeuwenlang populair. Tot de Franse chef-kok Antonin Carême begon te experimenteren met bladerdeegpasteitjes: deze waren zo licht dat ze door de wind zouden kunnen meegedragen worden: de vol-au-vent was geboren!
 

vol-au-vent

Mosselen

Een grote pot dampende mosselen met goudgele frietjes erbij, da’s feest! Nochtans waren mosselen niet altijd voorbehouden voor speciale gelegenheden: in de 19de eeuw stond mosselen-friet elke vrijdag (visdag!) op het menu van de arbeidersklasse in de steden. De mosselen werden vers vanuit de Noordzee  met bootjes vervoerd naar de grote steden. Zo kon je aan de kaaien van Gent, Brussel  en Antwerpen rechtstreeks van deze kleine bootjes een paar kilo mosselen kopen.  
 
Dat wij zot zijn van mosselen beamen de cijfers: we eten in ons land niet minder een indrukwekkende 27 000 ton per jaar. Dat komt neer op zo’n 3,5 kg per kop. Mosselen zijn bovendien reuzegezond: ze bevatten weinig vet en een resem vitaminen en minderalen. Het seizoen voor onze Noordzee delicatesse loopt van juli tot februari. Je kan genieten van een klassieke ‘mosselen natuur’ met ui en selder, vergezeld door een dipsausje van mayonaise, mosterd en een geutje bouillon. Maar wist je dat je mosselen ook rauw kan eten? Deze ‘moules parquées’ zijn een Brusselse specialiteit. Letterlijk vertaald spreken we van ‘geparkeerde mosselen’ omdat ze mooi op een rijtje worden geserveerd. Het oranje vlees van de rauw open gestoken mosselen proeft minder zilt dan van een oester; de smaak is eerder romig en zoet.
 
Technisch gezien, zijn mosselen ideaal om de wereld te voeden. Ze zetten plankton uit de zee, dat wij mensen niet kunnen eten, om tot voedzame eiwitten. En ondertussen zuiveren ze de zee. Aangezien er steeds meer wordt ingezet op mosselzaadinvanginstallaties is de teelt ook ecologisch: de kleine mosseltjes groeien niet op de zeebodem, maar aan touwen die in het water hangen. Zo kunnen ze makkelijk geoogst worden zonder schade aan de zeebodem te berokkenen.  

 

mussels

Weet jij hoe je een Vlaamse mosseleter herkent?
Aan het lege schelpje dat hij gebruikt om de mosselen te eten – een gewoonte die je nergens anders tegenkomt!

Runderstoofvlees

Deze nostalgische klassieker is hét populairste stoofpotje van Vlaanderen. We eten het thuis volgens ons eigen vertrouwd recept, maar ook in de frituur is het hit: op een bakje friet met mayonaise. Iedereen heeft wel zijn unieke familierecept voor stoofvlees: we maken dit gerecht dan ook al sinds de middeleeuwen. En dat heeft te maken met het feit dat het een profijtelijk én gemakkelijk gerecht was. De ingrediënten waren niet duur: er kon goedkoop vlees voor gebruikt worden en ook uien en bier  waren voorhanden. Terwijl het stoofvlees stond te pruttelen, was er tijd om verder te werken op de boerderij.
 
In stoofvlees worden vaak de taaiere stukjes vlees verwerkt. Door lang en zacht pruttelen worden ze botermals en vallen ze in draadjes uit elkaar. Samen met de ui wordt dat vlees in een badje van bier gezet. Een simpele pils, een lekker abdijbier of zelfs een friszure geuze. Om het stoofvlees te binden wordt er bovenop de stoofschotel een boterham met mosterd en eentje met confituur gelegd. De zure mosterd en zoete confituur zorgen voor die heerlijke zoetzure smaak. In Limburg wordt de confituur vaak vervangen door rinse appelstroop en in Oost-Vlaanderen wisselt men de boterham in voor een stuk peperkoek: zo kan je overal in Vlaanderen net iets andere smaken terugvinden in ons geliefd stoofvlees. 

 

Stoofvlees Stew

Stoofvlees krijgt z’n diepe, zoetzure smaak door een reeks Vlaamse streekproducten:
van bier over mosterd tot appelstroop.

Tomaat-garnaal met friet en mayonaise

Een tomaat gevuld met verse grijze garnalen: een eenvoudig gerecht dat hemels smaakt wanneer je de beste ingrediënten gebruikt en afwerkt met vers gemaakte mayonaise. Altijd een voltreffer!
 
Tot de jaren ‘50 waren Noordzeegarnalen in het binnenland een luxeproduct. Het is dan ook geen wonder dat tomaat-garnaal in die tijd exclusief bij feestelijke gelegenheden werd geserveerd. In 1926 werd het allereerste recept voor ‘garnalenbakjes’ neergeschreven in het tijdschrift ‘De Boerin’ van de Boerinnenbond. Twee halve tomaten opgevuld met garnalen en afgewerkt met een kwartje hardgekookt ei als hoedje. Dit was waarschijnlijk het startschot voor de populariteit van de tomaat-garnaal. Al hebben we de bereidingswijze door de jaren heen nog lichtjes gewijzigd: we snijden nu enkel het topje van de tomaat zodat we hem volledig kunnen vullen met garnalen. En de gekookte eieren leggen we niet meer op, maar naast de tomaat-garnaal. Met krokant gebakken frietjes als garnituur.  
 
Aan de Vlaamse kust  maakt men er trouwens een erezaak van om de tomaat-garnaal te serveren met handgepelde garnalen: zo zijn de garnalen verser dan vers en dat proef je!

Tomaat-Garnaal