Gent is een bijzondere plek. De drie torens en het Lam Gods, de bruisende energie van de vele studenten en de schitterende musea, de middeleeuwse straatjes en tal van culturele hotspots. Deze voormalige industriestad aan de rivieren Schelde en Leie borrelt als nooit tevoren. Redenen genoeg om dit pareltje 48 uur lang te ontdekken.
Dag 1
Drie torens en een goddelijk lam
Als alle goede dingen bestaan uit drie, dan zit Gent wel gebeiteld. De Sint-Niklaaskerk, het Belfort en de Sint-Baafskathedraal staan te boek als de drie torens van Gent. Dat trio definieert de skyline van deze gezellige, bruisende kunststad. Dat leent zich voor een knappe panoramafoto, maar ook veel meer dan dat. Het Belfort is sinds de middeleeuwen een symbool van welvaart en onafhankelijkheid van de stad. Een flinke klim langs de draaitrappen in dit bouwwerk bezorgt je een schitterend uitzicht.
De Sint-Baafskathedraal heeft dan weer schitterende verhalen te vertellen. Dat is namelijk de thuis van het Lam Gods, van Jan van Eyck. Dat iconische schilderij staat bekend als een van ’s werelds grootste kunstschatten. Jan van Eyck zorgde met zijn ongezien realisme en verfijnde olieverftechniek voor een revolutie in de schilderkunst. Dat genie bewonder je het best in dit magnum opus. Het Lam Gods kreeg al bij de voltooiing in 1432 een plekje in de kathedraal. Bijna zes eeuwen later prijkt het daar nog steeds. Of opnieuw, om het juister uit te drukken. Het Gentse Altaarstuk is namelijk het vaakst gestolen schilderij uit de kunstgeschiedenis. Maar vandaag is het dus opnieuw thuis. Een minutieuze renovatie bracht de weelderige kleuren en kleinste details opnieuw naar boven. Het bezoekerscentrum in de kathedraal vertelt je dan weer alles over de woelige geschiedenis van dit werk. Opperste schoonheid met een verhaal.
Van zoveel pracht moet je even bekomen, neem het van ons aan. Een wandeling door de stad is op zijn plaats. Stap eventjes terug voorbij het Belfort en je bereikt een ander bijzonder bouwwerk: de Stadshal. Deze grote, open luifelconstructie is een hedendaagse architecturale ingreep. Dit pareltje gaat de dialoog aan met de enorme torenspitsen om zich heen. Daarna gaat het verder tot bovenaan de Sint-Michielsbrug. Die biedt een feeëriek uitzicht over de rivier Leie en de knusse kaaien vol leven. Die foto is een garantie op een karrenvracht hartjes op Instagram.
Dan gaat het via de Korenmarkt, een historisch plein met karakteristieke gebouwen waar je vooral restaurants en cafeetjes vindt. Daarna tref je dan weer de cuberdon-verkopers. In knusse standjes worden die kegelvormige, paarse snoepjes aan de man gebracht. Een typisch Gentse lekkernij. Nog wat verder beland je in het Werregarenstraatje, in de volksmond bekend als het graffitisteegje. Dit open canvas voor jonge straatkunstenaars bezorgt je nog wat extra hartjes op sociale media.
Patershol en Gravensteen
De volgende halte neemt ons mee terug in de tijd: het Gravensteen. Graaf Filips van de Elzas modelleerde dit kasteel op de burchten die hij zag tijdens de kruisvaarten. Eeuwenlang was het de residentie van de graaf van Vlaanderen, daarna werd het een rechtbank en vervolgens een gevangenis. Die bonte geschiedenis wordt grondig uit de doeken gedaan in de burcht zelf, waar je ridderharnassen, allerlei wapens en zelfs een martelkamer te zien krijgt. Vanop de vestingmuren zie je een mooi uitzicht over de stad, tussen de kantelen door.
Dat Gravensteen ligt in het Patershol, een oude wijk met een volkse ziel, kronkelende steegjes en kasseistraten. De wat bohemienne sfeer maakt het tot een fijne plek om in rond te kuieren, en er zijn tal van leuke restaurants en cafés. Daar vind je ook het Huis van Alijn, een museum dat zich richt op het alledaagse leven van voorheen. Een flinke portie nostalgie én een ideale museumtip voor de allerjongsten.
Deze wijk is overigens ook de ideale startplek om Gent op een totaal andere manier te verkennen: op het water. Deze stad ligt op de samenvloeiing van de rivieren Schelde en Leie, het water stroomt hier dus overal. Verschillende rederijen laten je de historische gevels en verborgen kantjes ontdekken vanuit een ander perspectief.
Gent by night
De avond komt in zicht, dus laten we de rust terugkeren. Je vindt twee prima opties in de buurt. Het Baudelofhof is een fijn centrumpark met oude bomen, een speelplein en veel knusse hoekjes. Of stap even verder naar Portus Ganda. Deze jachthaven is een perfecte plek om tot rust te komen, naar de bootjes te kijken en te genieten van de zonsondergang.
Eens de zon achter de einder is verdwenen, trekken we weer naar het centrum. Daar vind je een karrenvracht aan fijne plekken om de Belgische culinaire cultuur te ontdekken. Ook ons beroemd Belgisch bier krijgt er meer dan genoeg aandacht. Gerenommeerde kroegen als De Trollekelder, De Dulle Griet en het voormalige bordeel Waterhuis aan de Bierkant serveren een gigantische selectie van ons allerbeste gerstenat. En daarna een streepje muziek, altijd aanwezig in Gent. UNESCO gaf de stad niet voor niets de titel Creative City in Music. Laat je verrassen in een van de concertzalen als Handelsbeurs, door de bandjes op de podia rond de Vlasmarkt, of laat je innerlijke jazzcat openbloeien in Hot Club de Gand. Ofwel een mooie afsluiter van de dag, ofwel een ideaal opstapje naar het bruisende nachtleven. Aan jou de keuze.
Dag 2
Oude boeken, nieuwe boeken, goede boeken
Een nieuwe dag begint met een flink ontbijt, of een brunch zo je wil. In het hippe Gent duiken elke week wel nieuwe, knusse eetplekjes op. Het prima begin voor dag twee van je trip in deze stad. Daarna focussen we ons even op boeken. Die spelen hier namelijk een belangrijke rol. Gent is een studentenstad bij uitstek. Dat merk je aan het frisse sfeertje en de vele rondfietsende studenten, maar ook aan het patrimonium. Op een steenworp van elkaar tref je twee schitterende bibliotheken. De nieuwste heet De Krook, een modern architectonisch wonder, dat in niets lijkt op een traditionele bibliotheek: workshops, leesgroepen, filosofische debatten, filmfestivals, concerten, tentoonstellingen over muziek en technologie… Je vindt het er allemaal. Bovendien is het een prima plek om mensen te spotten.
Wat verderop vind je de tweede bibliotheek: de Boekentoren. Zoals de naam het zelf zegt: letterlijk een toren vol boeken. Dit architecturale monument – van art nouveau-boegbeeld Henry Van de Velde – huist meer dan 3 miljoen boeken. Deze universiteitsbibliotheek wordt wel eens ‘de vierde toren van Gent’ genoemd. De eerste drie zag je gisteren al. En ook dit is een pareltje.
Tussen die twee boekenmonumenten in, kwam je trouwens voorbij kunstencentrum VierNulVier. Dit markante complex is een van de vaandeldragers van het Gentse cultuurleven. Het staat bekend omwille van een enorme diversiteit aan expo’s, shows, toneel, muziek, feest en nog veel meer. Bekijk zeker de VierNulVier-agenda op voorhand. Als die je niet aanspreekt, kan je ook gewoon proeven van de gezellige, ontspannen sfeer in het enorme cultuurcafé in het gebouw.
Een museaal triumviraat
Maar dat ter zijde. Onze wandeling leidt nu verder naar het Museumkwartier. De Gentse geschiedenis gaat eeuwen terug, maar het Stedelijk Museum voor Actuele Kunst (SMAK) focust zich op al wat na WO II in de kunsten gebeurde. Van Andy Warhol tot Francis Bacon, van Panamarenko tot Karel Appel. SMAK boogt op een stevige vaste collectie, aangevuld met prikkelende tijdelijke tentoonstellingen.
Na deze sprong in de avant-garde, gaan we toch weer terug in de tijd. Het Museum voor Schone Kunsten (MSK) – récht tegenover SMAK – is gewijd aan de wat oudere beeldende kunsten, van de middeleeuwen tot de 20ste eeuw. Onder de hoogtepunten vinden we onder andere de Kruisdraging van Hieronymus Bosch en de Geseling van Christus van Peter Paul Rubens.
Geen twee zonder drie, dus stappen we even verder naar een derde museum. Het Stadsmuseum, algemeen bekend als STAM, vertelt de geschiedenis van Gent. De gigantische luchtfoto van de stad, afgedrukt op de vloer, is een mooi begin om Gent op een andere manier te leren kennen.
Een rustgevende apotheose
Na dit museaal triumviraat kuieren we weer terug richting stadshart. Deze wandeling langs de rivier Leie brengt je onder meer langs het lichtkunstwerk Blauwe Vogels, geïnspireerd op het gelijknamige sprookje van Maurice Maeterlinck. Die Gentenaar won in 1911 de Nobelprijs voor Literatuur. Na schemerdonker is dat een ontroerend mooi zicht.
Kies hierna vooral een terrasje uit, langs het water of in de kronkelende straatjes, voor een aperitiefje. Daarna kan je je uiteraard ook weer culinair uitleven in een van de vele uitstekende restaurants die de stad rijk is. Er zijn té veel opties om op te sommen.
Na je laatste Gentse avondmaal staat je nog één attractie te wachten. En die is even eenvoudig als adembenemend: een stadswandeling by night. De prachtige historische gevels en monumenten worden (letterlijk) schitterend uitgelicht. Er is weinig mooier dan die aanblik.
En daarmee zitten je 48 uur in Gent erop. Bovenstaande is een goedgevuld programma, al bestaat er altijd een kans dat je die planning mag verscheuren en weggooien. Wie hier in de derde week van juli aankomt, treft een totaal andere stad. Dan wordt ze namelijk ingenomen door de Gentse Feesten, een tiendaags stadsfestival vol cultuur en feest, zoals je het nergens anders vindt. De Feesten zetten de stad helemaal op zijn kop, alles is anders, iedereen viert feest. En dat is ook meer dan de moeite. Tot dan?