Waar de Maas baas is

Onze fietstocht begint in Dilsen-Stokkem, een plaatsje dat enkel door de Maas van Nederland wordt gescheiden. Aan de overzijde ligt het buitenland, zoals we straks nog zullen ontdekken. We stappen op onze fietsen en beginnen aan onze queeste. Maar nog voor we de Maas hier ontmoeten, fietsen we voorbij een ander hoogtepunt in deze streek: Kasteel Vilain XIIII, ook bekend als het Kasteel van Leut.  

Dit domein was ooit de thuis van een roemrijke kasteelheer en zijn familie. Later vervulde het verschillende gemeenschapsfuncties: ziekenhuis, materniteit en rust- en verzorgingstehuis. Maar ook dat is nu verleden tijd. Achter de schermen wordt er aan een nieuwe toekomst gewerkt, maar toch kan je het domein nu al leren kennen. Het Kasteel van Leut zwaait regelmatig de deuren open voor het publiek. De pop-upevents rond kunst en ontmoeting zijn de moeite waard. 

We fietsen verder tot in Maaseik, een stadje dat twee artistieke grootheden voortbracht. Dat is namelijk de vermoedelijke geboorteplaats van Jan en Hubert van Eyck, de geestelijke vaders van het meesterwerk Lam Gods. Op de markt van Maaseik fietsen we langs het standbeeld van dit broederpaar.   

Na het stedelijke intermezzo trekken we terug richting de Maas. Zo komen we langs de wijngaarden van Aldeneyck, een van de vele wijndomeinen in de streek. Dat doet ons al voorzichtig watertanden. Daarna leidt de tocht langs enkele mooie brokjes erfgoed. Eerst komen we voorbij Nieuwenhof, een 18de-eeuws kasteel met hoeve. Daarna volgen al snel het Kasteel Wurfeld, dat teruggaat tot 1640, en de Wurfeldermolen. Deze prima bewaarde watermolen uit 1560 doet tegenwoordig dienst als vakantieverblijf. 

Via enkele vertakkingen van de Maas komen we zo terecht in natuurgebied Negenoord-Kerkeweerd. In lang vervlogen tijden was het een plek voor grindwinning. Vandaag is het een van de vele natuurgebieden die samen het Landschapspark ‘RivierPark Maasvallei’ vormen. Dat is samen goed voor 2500 hectare aan ongerepte natuur, letterlijk over de grenzen heen.